De man weigert de communicatie met de vrouw te verbeteren. Mede door deze houding wordt hij belast met het halen en brengen van de kinderen FJR 2010/110

Essentie

Haal- en brengregeling. De man weigert de communicatie met de vrouw te verbeteren. Mede door deze houding wordt hij belast met het halen en brengen van de kinderen.

Uitspraak

Procesverloop

De rechtbank heeft een omgangsregeling tussen partijen vastgesteld, waarvan de vrouw in hoger beroep is gekomen. Zij vezoekt de beschikking van de rechtbank te vernietigen voor zover deze betrekking heeft op het halen en brengen van de kinderen ten aanzien van de omgangsregeling en te bepalen dat de man de kinderen op vrijdagavond om 18.30 uur haalt en de man de kinderen op zondag na het avondeten om 18.30 uur naar de vrouw terugbrengt.

De man heeft zich verweerd en verzocht de beschikking van de rechtbank te bekrachtigen met dien verstande dat wordt bepaald dat de vrouw de kinderen op vrijdag om 19.00 uur bij de man brengt en de man de kinderen op zondag om 19.00 uur naar de vrouw terugbrengt.

Geschil

Partijen zijn verdeeld over de vraag hoe het halen en brengen van de kinderen in het kader van de omgangsregeling moet worden verdeeld.

Standpunt vrouw

De vrouw stelt zich op het standpunt dat de rechtbank iets anders heeft toegewezen dan de man heeft verzocht, en ten onrechte geen bepaald aanvangs- en eindtijdstip van de omgangsregeling heeft genoemd. Totdat de rechtbank beschikte, haalde en bracht de man de kinderen van en naar Eelde en was daarover ook geen discussie. De man heeft wel ter zitting van de rechtbank gezegd dat hij het halen en brengen graag zou willen delen. Het is voor de vrouw erg belastend om naast haar 32-urige baan, die zij naar aanleiding van de scheiding heeft moeten zoeken, vrijdagsmiddags heen en weer te rijden naar Heerenveen. Daarbij speelt tevens een rol dat de man haar binnen enkele weken na het sluiten van het huwelijk heeft verlaten en met zijn nieuwe vriendin in Heerenveen is gaan samenwonen, dat de man in alle contacten naar haar dominant en agressief is, dat de vrouw doordeweeks alleen de zorg voor de kinderen heeft en dat de scheiding een grote impact op de vrouw en de kinderen heeft. Het is emotioneel te belastend voor de vrouw om de kinderen naar de woning van de nieuwe partner van de man in Heerenveen te brengen, het is — gelet op haar beperkte inkomen — ook te duur en zij is er niet toe in staat. Dat de vrouw de kinderen zou moeten brengen als signaal van haar goede wil omtrent omgang van de kinderen met de man is overbodig, want daar staat zij toch wel achter.

Standpunt man

De man stelt dat hij ter zitting van de rechtbank van 15 juni 2009 heeft verzocht het halen en brengen aldus te regelen dat de vrouw de kinderen vrijdags brengt en de man hen zondags terugbrengt. De vrouw was daartoe toen ook in principe bereid. Een dergelijke regeling past in de gezamenlijke verantwoordelijkheid die partijen als ouders hebben. De man werkt fulltime, voor hem is het halen en brengen ook een belasting. Hij ontkent agressief naar de vrouw te zijn. De vrouw kan de zorg voor de kinderen desgewenst met de man delen, maar wil dat niet. Evenmin informeert en consulteert zij de man, en zij is volstrekt niet flexibel met betrekking tot het vakantierooster, het ruilen van een omgangsweekend of een incidentele afwijking van de tijden van de omgangsregeling. De vrouw is wel in staat om de kinderen te brengen, maar wil dat niet. Ook staat zij niet toe dat de partner van de man de kinderen eens haalt. Overigens heeft zij het brengen van de kinderen tot nu toe volledig aan haar ouders overgelaten. Het lijkt de man verstandig om wel de tijdstippen van halen en brengen aan te passen, aldus dat de kinderen vrijdagsavonds om 19.00 uur bij hem worden gebracht (in verband met de basketbaltraining) en dat de man hen op zondag om 19.00 uur naar de vrouw terugbrengt, nadat ze bij de man hebben gegeten.

Hof

Het hof is van oordeel dat het in deze procedure tussen partijen resterende geschil zich er bij uitstek voor leent om in onderling overleg, al dan niet met behulp van mediation, te worden opgelost. Ter comparitie is dan ook uitdrukkelijk de wenselijkheid van een dergelijke wijze van probleemoplossing aan de orde gesteld en uitvoerig — ook gedurende een schorsing van de comparitie — besproken. De vrouw heeft zich tot overleg in mediation bereid verklaard, maar gebleken is dat de man het nut van mediation met de vrouw niet inziet en zich niet kan of wil verplaatsen in de gevoelens die hij door zijn gedrag rond de echtscheiding bij de vrouw heeft losgemaakt en die zij nog niet verwerkt heeft. Aan dat laatste is het achterwege blijven van communicatie en een behoorlijke afsluiting van de partnerrelatie tussen partijen naar het oordeel van het hof in aanzienlijke mate mede debet. Evenmin lijkt de man in te zien dat deze houding, zeker op wat langere termijn, een negatieve invloed op de kinderen zal hebben doordat zij niet buiten de daardoor opgeroepen en in stand gehouden spanning tussen partijen zullen kunnen blijven. Dat de man stelt — zoals hij ter comparitie heeft gedaan — dat mediation niet nodig is omdat partijen zelf dit geschil moeten kunnen oplossen onderstreept naar het oordeel van het hof zijn gebrek aan inzicht in of begrip voor hetgeen kennelijk nodig is om communicatie en gelijkwaardigheid tussen partijen tot stand te brengen.

Gelet hierop stelt het hof vast dat het op de weg van de man had gelegen om een opening te bieden naar de vrouw om de communicatie in overleg en onder begeleiding te verbeteren. Nu hij dit nalaat en er bij de vrouw ernstige beletselen blijven bestaan om aan de door de rechtbank vastgestelde haal- en brengregeling mee te werken, acht het hof het gepast om de man de consequenties van zijn houding te laten dragen door hem te belasten met het halen en brengen van de kinderen, zolang hij door zijn weigering om met de vrouw in constructief overleg te treden de bestaande situatie in stand houdt.

Het hof zal daarom de beschikking waarvan beroep in zoverre vernietigen en de man belasten met het halen en brengen van de kinderen.

De man heeft ter comparitie nog opgemerkt dat hij vrijdags niet in de gelegenheid is de kinderen op te halen, in verband met zijn werk. Het hof ziet daarin geen reden om anders te oordelen; het ligt in de huidige situatie op de weg van de man om ook voor dit probleem een oplossing te vinden.

Met noot van I.J. Pieters, P. Dorhout

Noot

Uiteraard leent bijna elk omgangsgeschil zich in eerste instantie voor een minnelijke regeling, maar de praktijk leert dat dit helaas niet altijd lukt. Ook de vraag wie de kinderen moet halen en brengen, kan een geschilpunt opleveren, net zoals de vraag of een kind drie dan wel vier dagen bij de ene ouder dient te zijn.

Mediation is en blijft een instituut in dit verband dat in eerste instantie is gebaseerd op vrijwilligheid en indien justitiabelen angst moeten hebben dat een afwijzing van een mediationaanbod tegen hen kan worden uitgelegd, dan schiet het aanbod ‘Mediation naast Rechtspraak’ zijn doel geheel voorbij. Bovendien, het blijft een aanbod en juristen weten dat je dit zonder enig gevolg naast je neer mag leggen.

Het heeft er enige schijn van dat het hof de weigering van de man om aan mediation mee te werken in zijn nadeel heeft uitgelegd.

Echter, het hof heeft de vader niet ‘bestraft’ voor het niet proberen te betrachten van een minnelijke schikking, maar wel voor het op voorhand afwijzen door de vader van communicatie hierover met de moeder. De verplichting om te communiceren met de moeder over gewichtige aangelegenheden is immers wel vastgelegd in de wet, bijvoorbeeld in art. 815 lid 3 onder b Rv. Voor een geslaagde uitoefening van het gezamenlijk gezag is nodig dat ouders met elkaar communiceren. Als de vader over het halen en brengen niet wenst te communiceren, lijkt het mij niet onterecht dat hij hiervoor verantwoordelijk wordt gesteld. Zelfs dan blijft communicatie nodig over het halen en brengen, maar zo kunnen de ouders discussies over wie hiervoor verantwoordelijk is bespaard worden. Dit zal de kinderen ten goede komen. Bovendien houdt het hof een opening: als partijen wel in overleg treden (al dan niet via mediation) kan er een andere regeling door partijen worden afgesproken, waarbij het halen en brengen mogelijk wel gelijkelijk verdeeld wordt.

IP en PD


Contactgegevens

  • Mosselaan 67
  • 1934 RA Egmond aan den Hoef
  • This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it.
Copyright © 2021 Advocatenkantoor Pieter Dorhout