Huwelijk, polygaam huwelijk niet erkend vanwege strijd met de Nederlandse openbare orde, verzoek tot echtscheiding afgewezen FJR 2009-48

Bovenkant formulier

Essentie

Huwelijk, polygaam huwelijk niet erkend vanwege strijd met de Nederlandse openbare orde, verzoek tot echtscheiding afgewezen; Wet conflictenrecht huwelijk art. 5 en art. 6

Uitspraak

Procesverloop

Partijen zijn op 7 augustus 2001 in Marokko met elkaar gehuwd. Hun huwelijk is duurzaam ontwricht. De man heeft de Marokkaanse nationaliteit, de vrouw de Marokkaanse en Nederlandse nationaliteit. De partijen hebben geen gezamenlijke minderjarige kinderen. De vrouw heeft verzocht de echtscheiding uit te spreken. De man heeft daartegen geen verweer gevoerd. Ter zitting heeft hij onweersproken verklaard dat hij ten tijde van de huwelijkssluiting met de vrouw getrouwd was met een andere vrouw en dat hij met beide vrouwen nog steeds gehuwd is. De officier van justitie heeft ter zitting verzocht het onderhavige huwelijk niet te erkennen, omdat dit huwelijk als polygaam huwelijk in strijd is met de Nederlandse openbare orde. Voor zover bekend verblijft de vrouw sinds 24 mei 1995 in Nederland en heeft zij vanaf 7 mei 2001 naast de Marokkaanse tevens de Nederlandse nationaliteit. Daarna hebben partijen op 7 augustus 2001 in (Marokko) een polygaam huwelijk gesloten op de wijze die daar rechtsgeldig is. De man is pas nadien naar Nederland gekomen en verblijft sinds mei 2002 in Nederland. Hij heeft uitsluitend de Marokkaanse nationaliteit. De eerdere vrouw van de man woont in Marokko en is daar gedurende haar hele huwelijk met de man blijven wonen.

De vrouw heeft gesteld dat het huwelijk in Marokko rechtsgeldig tot stand gekomen is, dat de echtscheiding overeenkomstig de beschikking van het Hof 's‑Hertogenbosch van 4 juli 1985 (NIPR 1986, 183) in Nederland kan worden uitgesproken en dat er geen sprake is van nauwe betrokkenheid van het huwelijk met Nederland.

Rechtbank

De rechtbank stelt voorop — anders het Hof 's‑Hertogenbosch in de bovengenoemde uitspraak — dat het uitsluitend mogelijk is een echtscheiding uit te spreken, indien het huwelijk van partijen, dat rechtsgeldig gesloten is in Marokko, in Nederland kan worden erkend. Het is thans de vraag of daarvan sprake is. Op grond van art. 6 Wet conflictenrecht huwelijk kan aan een huwelijk dat in strijd is met de Nederlandse openbare orde in Nederland erkenning worden onthouden, onder meer in het geval een gehuwde man tijdens zijn huwelijk tevens met een andere vrouw trouwt. Blijkens de memorie van toelichting dienen in beginsel polygame huwelijken te worden erkend. Met het uitblijven van erkenning dient, ook bij polygame huwelijken, terughoudend te worden omgegaan. Alleen als er daadwerkelijk strijd is met de fundamentele beginselen van het Nederlandse huwelijksrecht en als er voldoende betrokkenheid is met de Nederlandse rechtssfeer mag erkenning aan het buitenlandse huwelijk worden onthouden. Immers hoe minder banden partijen hebben met Nederland, hoe minder snel hun polygame huwelijk daadwerkelijk in strijd komt met waarden en beginselen die in Nederland voor fundamenteel gehouden worden. Of hiervan sprake is, hangt sterk samen met de omstandigheden van het geval.

Uit de feiten blijkt dat de vrouw sterke banden had en heeft met Nederland. Immers zij woonde al vóór haar huwelijk met de man in Nederland en heeft zich toen al laten naturaliseren tot Nederlandse. Verder hebben partijen nagenoeg hun gehele huwelijk in Nederland gewoond. Deze maatschappelijke banden van partijen met Nederland zijn zodanig sterk, dat naar het oordeel van de rechtbank de Nederlandse rechtssfeer en daarmee de Nederlandse fundamentele waarden en beginselen onaanvaardbaar in het geding komen. Het polygame huwelijk van partijen dient daarom als in strijd met de Nederlandse openbare orde te gelden en is dan ook niet voor erkenning vatbaar. Aangezien het huwelijk van partijen niet kan worden erkend, zal de rechtbank het verzoek tot echtscheiding en het nevenverzoek afwijzen.

Met noot van

P. Dorhout

Noot

Het Haags Verdrag inzake de voltrekking en de erkenning van de geldigheid van huwelijken van 14 maart 1978 en de nog iets ‘gunstiger’ bepalingen van de Wet conflictenrecht huwelijk hebben als hoofdregel dat buitenlandse huwelijken in beginsel worden erkend. Dit om het aantal ‘hinkende huwelijken’ zoveel mogelijk te beperken. Het IPR is erop gericht te voorkomen dat een huwelijk in het ene land wel wordt erkend en niet in het andere land. Het niet erkennen van volgens buitenlands recht geldig gesloten huwelijken in Nederland wegens strijd met de openbare orde gebeurt dan ook slechts als ultimum remedium. Daarbij dient aan twee eisen te worden voldaan. Er moet sprake zijn van strijd met fundamentele waarden van het Nederlandse huwelijksrecht en het huwelijk of de huwelijkspartners moeten voldoende raakvlakken hebben met de Nederlandse rechtssfeer. Als de sjeik van Umm al-Qaiwain (een van de zeven verenigde emiraten) met zijn vrouwen ons land komt bezoeken, doen wij niet moeilijk onder het Obelix-motto: ‘rare jongens die Romeinen’. Echter, als hij zich hier wil vestigen en een bijstandsuitkering komt aanvragen, zullen zijn vele huwelijken (op één huwelijk na) waarschijnlijk niet worden erkend. In dit geval had de vrouw de Nederlandse nationaliteit en woonde zij in Nederland toen zij in Marokko huwde met de man, die op dat moment reeds met een andere vrouw was gehuwd. Dat is duidelijk in strijd met de Nederlandse openbare orde. Vanwege het feit dat partijen in Nederland wonen, de vrouw de Nederlandse nationaliteit heeft en partijen hier naar Nederlands recht willen scheiden is er voldoende betrokkenheid met de Nederlandse rechtsorde. Aan beide eisen is hiermee voldaan.

PD

Onderkant formulier

Bovenkant formulier

Vindplaats:

FJR 2009, 48

Datum:

21-01-2009

Instantie:

Rechtbank Utrecht

Zaaknr:

248907/FARK08-2899

Magistraten:

Polygamie. Niet-erkenning polygaam huwelijk als in strijd met de Nederlandse openbare orde. Verzoek tot echtscheiding afgewezen.

LJN:

BH3029

Conclusie:

-

beschikking

RECHTBANK UTRECHT

Sector handels- en familierecht

zaaknummer / rekestnummer: 248907 / FA RK 08-2899 (echtscheiding)

Beschikking van 21 januari 2009

in de zaak van

[de vrouw],

wonende te [woonplaats],

nader te noemen de vrouw,

advocaat mr. E. van Asbeck- Plemp van Duiveland

en

[de man],

wonende te [woonplaats],

nader te noemen de man,

zonder advocaat.

1. Verloop van de procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder het ter griffie ingediende verzoekschrift en nadien ingekomen stukken.

De zaak is behandeld ter terechtzitting met gesloten deuren van 24 november 2008.

2. Vaststaande feiten

- Partijen zijn op 7 augustus 2001 te [woonplaats] (Marokko) met elkaar gehuwd.

- Hun huwelijk is duurzaam ontwricht.

- De man heeft de Marokkaanse nationaliteit, de vrouw de Marokkaanse en Nederlandse nationaliteit.

- De partijen hebben geen gezamenlijke minderjarige kinderen.

3. Beoordeling van het verzochte

De vrouw heeft verzocht de echtscheiding uit te spreken.

De man heeft daartegen geen verweer gevoerd.

Ter zitting heeft hij onweersproken verklaard dat hij ten tijde van de huwelijkssluiting met de vrouw getrouwd was met een andere vrouw en dat hij met beide vrouwen nog steeds gehuwd is.

De officier van Justitie heeft ter zitting verzocht het onderhavige huwelijk niet te erkennen, omdat dit huwelijk als polygaam huwelijk in strijd is met de Nederlandse openbare orde. Daarom kan het verzoek tot echtscheiding niet worden toegewezen.

Mr. van Asbeck- Plemp van Duiveland heeft namens de vrouw gesteld dat het huwelijk in Marokko rechtsgeldig tot stand gekomen is, dat de echtscheiding overeenkomstig de beschikking van het Hof Den Bosch van 4 juli 1985 (NIPR 1986, 183) in Nederland kan worden uitgesproken en dat er geen sprake is van nauwe betrokkenheid van het huwelijk met Nederland.

De rechtbank stelt voorop – anders het Hof Den Bosch in de bovengenoemde uitspraak – dat het uitsluitend mogelijk is een echtscheiding uit te spreken, indien het huwelijk van partijen, dat rechtsgeldig gesloten is in Marokko, in Nederland kan worden erkend. Het is thans de vraag of daarvan sprake is.

Op grond van artikel 6 Wet Conflictenrecht Huwelijk kan aan een huwelijk dat in strijd is met de Nederlandse openbare orde in Nederland erkenning worden onthouden, onder meer in het geval een gehuwde man tijdens zijn huwelijk tevens met een andere vrouw trouwt.

Blijkens de Memorie van Toelichting dienen in beginsel polygame huwelijken te worden erkend. Met het uitblijven van erkenning dient, ook bij polygame huwelijken, terughoudend te worden omgegaan. Alleen als er daadwerkelijk strijd is met de fundamentele beginselen van het Nederlandse huwelijksrecht en als er voldoende betrokkenheid is met de Nederlandse rechtssfeer mag erkenning aan het buitenlandse huwelijk worden onthouden. Immers hoe minder banden partijen hebben met Nederland, hoe minder snel hun polygame huwelijk daadwerkelijk in strijd komt met waarden en beginselen die in Nederland voor fundamenteel gehouden worden.

Of hiervan sprake is, hangt sterk samen met de omstandigheden van het geval.

Voor zover bekend verblijft de vrouw sinds 24 mei 1995 in Nederland en heeft zij vanaf 7 mei 2001 naast de Marokkaanse tevens de Nederlandse nationaliteit. Daarna hebben partijen op 7 augustus 2001 in (Marokko) een polygaam huwelijk gesloten op de wijze die daar rechtsgeldig is. De man is pas nadien naar Nederland gekomen en verblijft sinds mei 2002 in Nederland. Hij heeft uitsluitend de Marokkaanse nationaliteit.

De eerdere vrouw van de man woont in Marokko en is daar gedurende haar hele huwelijk met de man blijven wonen.

Uit de bovenstaande feiten blijkt dat de vrouw sterke banden had en heeft met Nederland. Immers zij woonde al vóór haar huwelijk met de man in Nederland en heeft zich toen al laten naturaliseren tot Nederlandse. Verder hebben partijen nagenoeg hun gehele huwelijk in Nederland gewoond.

Deze maatschappelijke banden van partijen met Nederland zijn zodanig sterk, dat naar het oordeel van de rechtbank de Nederlandse rechtssfeer en daarmee de Nederlandse fundamentele waarden en beginselen onaanvaardbaar in het geding komen. Het polygame huwelijk van partijen dient daarom als in strijd met de Nederlandse openbare orde te gelden en is dan ook niet voor erkenning vatbaar.

Aangezien het huwelijk van partijen niet kan worden erkend, zal de rechtbank het verzoek tot echtscheiding en het nevenverzoek afwijzen.

4. Beslissing

4.1. De rechtbank wijst het verzoek van de vrouw af.

Deze beschikking is gegeven door mr. E.A.A. van Kalveen, mr. E. Bongers en mr. R.C. Stijnen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.A. Bultena, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 21 januari 2009.

Onderkant formulier


Contactgegevens

  • Mosselaan 67
  • 1934 RA Egmond aan den Hoef
  • This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it.
Copyright © 2021 Advocatenkantoor Pieter Dorhout