Uitkering tot levensonderhoud na echtscheiding, verzoek tot vaststelling van partneralimentatie afgewezen wegens wangedrag FJR 2011-9

Essentie

Uitkering tot levensonderhoud na echtscheiding, verzoek tot vaststelling van partneralimentatie afgewezen wegens wangedrag.

Uitspraak

Feiten en procesverloop

De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw tot bepaling van door de man aan haar te betalen partneralimentatie afgewezen en daarbij overwogen dat de vrouw stelselmatig leugens aan de man en derden heeft verteld, hetgeen emotionele en financiële consequenties voor de man heeft gehad. Zij vertelde onder meer dat de man haar en de kinderen seksueel had misbruikt en had mishandeld, dat partijen en de kinderen leden aan ernstige ziektes, dat de man de echtelijke woning in brand had gestoken en dat de man een straatverbod had. Ook heeft zij vervalste stukken in het geding gebracht. Voorts toont de vrouw geen inzicht in de nadelige gevolgen van haar gedrag en is zij niet bereid hulp te aanvaarden. De rechtbank heeft dit zodanig ernstig geoordeeld dat niet van de man kan worden verlangd dat hij partneralimentatie voldoet.

Het hof

Het hof stelt voorop dat bij de beantwoording van de vraag of aan de gewezen echtgenoot een uitkering voor het levensonderhoud moet worden toegekend en zo ja, tot welk bedrag, rekening moet worden gehouden met alle omstandigheden van het geval. Hieronder zijn ook te verstaan niet financiële factoren, zoals gedragingen van de onderhoud verzoekende echtgenoot. Daarbij geldt als criterium of er feiten en omstandigheden zijn, in verband waarmee van een gewezen echtgenoot in redelijkheid niet of niet ten volle kan worden gevergd tot het levensonderhoud van de ander bij te dragen. De lotsverbondenheid, die ontstaan is door het huwelijk en daarna nog doorwerkt is een van de voornaamste gronden voor de alimentatieplicht. Niet het wangedrag op zichzelf, maar het bij dusdanig gedrag vorderen van steun levert in dat geval een zo kwetsende bejegening van de aangesprokene op, dat van deze laatste betaling van onderhoud moreel niet of niet ten volle kan worden gevergd. Door haar handelwijze heeft de vrouw de man veel nadeel berokkend en alle omstandigheden in aanmerking nemend, is het hof van oordeel dat van de man in redelijkheid niet gevergd kan worden dat hij partneralimentatie aan de vrouw betaalt omdat door haar grensoverschrijdend gedrag van lotsverbondenheid geen sprake meer is. Het hof oordeelt termen aanwezig om de vrouw in de kosten van het hoger beroep te veroordelen.

Met noot van

mr. P. Dorhout

Noot

In dit geval is het wangedrag zo grievend dat het voor de hand ligt te oordelen dat de lotsverbondenheid verbroken is, zodat geen alimentatieverplichting wordt opgelegd. Vaak ligt de zaak een stuk genuanceerder. Rechters oordelen dan vaak dat het gedrag weliswaar grievend is, maar niet in die mate dat er geen recht meer bestaat op partneralimentatie. De wetgever heeft echter bedoeld dat juist in die gevallen de alimentatieverplichting gematigd kan worden. Dit wordt helaas weinig gedaan. Voor een rechter is het ook moeilijk om te beslissen in welke mate gematigd dient te worden, maar het is onjuist om te oordelen dat er dan recht bestaat op partneralimentatie, waarna de hoogte vervolgens volgens de Tremanormen wordt vastgesteld.


Contactgegevens

  • Mosselaan 67
  • 1934 RA Egmond aan den Hoef
  • This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it.
Copyright © 2021 Advocatenkantoor Pieter Dorhout